
Milieu
De intergemeentelijke milieudienst bestaat uit een jong en dynamisch team van 6 milieudeskundigen en 3 milieutoezichthouders die de gemeenten ondersteunen bij hun milieubeleid.
Hun takenpakket bestaat uit 2 luiken: 1. Ondersteuning milieu, en 2. Milieuhandhaving.
Ondersteuning milieu
In 2022 organiseerde het team milieu ook heel wat intergemeentelijke en interne acties. Naast de reeds doorlopende projecten werden ook enkele nieuwe acties op touw gezet die inspelen op de actualiteit en de recentste inzichten:
Groepsaankoop regentonnen
Groepsaankoop private laadpalen
Aankoopcentrale duurzame voertuigen
Regenwatercoach
Bermenbeheerplan
Milieuhandhaving
Het milieuhandhavingsbesluit stelt dat gemeenten moeten kunnen beroep doen op minstens één of zelfs meerdere toezichthouders. Haviland beschikt over drie intergemeentelijke toezichthouders milieu die inmiddels een permanente ondersteuning op maat bieden aan 22 vennoten. Zij kunnen een deel van het takenpakket overnemen van de eigen gemeentelijke toezichthouder of treden op als intergemeentelijke toezichthouder voor alle taken zoals bepaald in het milieuhandhavingsbesluit.
Een greep uit hun takenpakket:
• De opvolging van kleine hinder-gerelateerde klachten (geluid, lucht, geur, licht, enz) in goede banen leiden
• Bedrijven controleren op hun exploitatie en omgevingsvergunning
• Geluidsmetingen uitvoeren
• Het verbaliseren van zware milieumisdrijven en aanmanen, inclusief opvolgen tot conformiteit
• Uitwerken van de bestuurlijke maatregelen, al dan niet onder dwangsom
• Het milieuluik opnemen in kader van flex-acties vanuit politie samen met andere inspectiediensten
• Opvolging van het strafrechtelijke proces na verbalisering met het Parket en de dienst handhaving bij het departement omgeving
In 2022 brachten ze daarnaast ook twee themafiches uit om bepaalde onderwerpen extra onder de aandacht te brengen:
1) Aansluitingsplicht bij aanleg gescheiden riolering
Water is een kostbaar goed. Wanneer lokale besturen inspanningen leveren om een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen waarbij het afvalwater wordt gescheiden van het regenwater, wordt van de burger verwacht dat men zich correct aansluit op dit gescheiden rioleringsstelsel. Dit brengt immers enkele maatschappelijke voordelen met zich mee waaronder een vermindering op overstromingsgevaar, gunstige effecten op de grondwaterstanden en een efficiëntere en goedkopere waterzuivering. De aansluiting brengt wel enkele kosten met zich mee voor de burger zelf. Om het aantal aansluitingen te maximaliseren werd de aansluitingsplicht als sluitstuk opgenomen in de regelgeving van VLAREM.

2) Onvergunde inrichtingen of activiteiten
Wanneer lokale besturen omgevingsvergunningen voor klasse 2- en klasse 3-inrichtingen verlenen evalueren ze steeds grondiger of de inrichting inpasbaar is op de aangevraagde locatie op vlak van milieu, ruimtelijke ordening, stedenbouw en mobiliteit. De exploitanten ervaren hierdoor dat het moeilijker wordt om een vergunning te krijgen. Vaak is bij de aanvraag ook de tussenkomst van een studiebureau nodig wat de nodige meerkosten betekent bovenop de kosten van de aanvraag zelf.
Onder het moto “een ‘ja’ heb je en een ‘nee’ kan je krijgen”, verzaken sommige exploitanten hierdoor aan de meldings- of vergunningsplicht. Niet zelden gaat dit gepaard met een gebrekkige naleving van de algemene en sectorale voorwaarden van VLAREM II. Naast een oneerlijke economische concurrentie ten aanzien van exploitanten die wel conform de regels exploiteren, heeft deze illegale activiteit zowel op korte als op lange termijn zijn negatieve effecten op de leefbaarheid van de gemeente/stad.
